In Nederland huist talent met een rijke fantasie en grens overstijgende idealen. Zij inspireren, motiveren en verdienen een podium om hun ideeën te delen met de wereld. In deze editie van “in gesprek met” zet DANSWinkel.nl David Paulus in de schijnwerpers. Met zijn kleurrijke kijk op de mode industrie en kunstwereld verspreidt hij vrolijkheid. Hoe zorgt hij ervoor dat positiviteit centraal blijft staan in zijn werk? Je leest het hier!
De COVID-pandemie heeft laten zien hoe belangrijk de kunst- en cultuursector en de entertainmentbranche eigenlijk is voor het mentale welzijn van- en de verbondenheid tussen mensen. Tegelijkertijd hebben juist deze sectoren vele tegenslagen ervaren. Om onze lezers een hart onder de riem te steken en te blijven inspireren, gaan we in onze rubriek “in gesprek met” op zoek naar verhalen en tips over hoe men omgaat met deze vreemde tijd. Hiermee hopen wij jullie te motiveren om niet alleen fysiek, maar ook als gehele sector in beweging te blijven.
David Paulus zou de wereld felle kleuren geven:
“Ik vind alles grijs, zwart en wit en mis een beetje kleur in het leven van de mens.”
David Paulus (1986), geboren en getogen op Curaçao, is een opkomende modeontwerper. Op zijn 17e verhuisde hij naar Nederland. Momenteel studeert hij voor Docent Beeldende Kunst op de Fontys Hogeschool in Tilburg. Naast zijn modecarrière, is hij Zumba instructeur.
In 2013 heeft hij met zijn productie ‘The Nutcracker’ in the Talent Lab van de Amsterdam Fashion Week gestaan. Sindsdien is hij in verschillende bladen verschenen, waaronder de Britse ‘Vogue’, en heeft hij zijn mode gepresenteerd tijdens de Paris Fashion Week.
David creëert ‘Art Couture’, waarbij mode kunst ontmoet. Zijn shows zijn meer een theaterstuk dan een klassieke catwalk presentatie. Hij produceert niet alleen de mode, maar ook de locatie, modellen, muziek en choreografie.
Je hebt al meerdere fleurige producties gemaakt en wanneer je door jouw Instagram scrollt wordt je overspoeld door kleuren. Je zit voor enige tijd in het modevak. Hoe ben je in modewereld terecht gekomen?
“Hoe ik ben begonnen met ontwerpen is eigenlijk best een grappig verhaal. In 2006, ongeveer 3 jaar nadat ik naar Nederland was gekomen, wist ik echt niet wat ik moest doen en was ik depressief. Een goede vriend is toen een keer flink boos op mij geworden, omdat ik niks uitvoerde. Hij bracht mij op een dag zomaar de 80 jaar oude naaimachine van zijn oma en zei ‘Nou, wat gaan we doen?’. Ik dacht, weetje wat, omdat hij dat zo graag wilt, ga ik toch wat ondernemen. Vervolgens heb ik mijn moeder gevraagd om een lapje stof en heb ik een t-shirt gemaakt.”
Toen ik klaar was met mijn allereerste ontwerp dacht ik: “Wow, dit is eigenlijk wel echt heel leuk!”.
“Zo kreeg ik de smaak te pakken en eigenlijk zit ik nu al 15 jaar in de modewereld. In de periode van 2006 tot en met 2011 was ik nog echt startende. Zo probeerde ik met plastic zakjes, karton, tape en lijm kleding te maken. Op een gegeven moment wilde ik beter worden en heb ik overwogen om de modeacademie te doen, maar ik vond dat toch niet zo goed bij mij passen.
In Arnhem bij het ROC Rijn Ijssel heb ik uiteindelijk de opleiding Mode Maat gedaan voor 3 jaar. Niet zozeer voor het ontwerpen zelf, maar voornamelijk om de techniek van het naaien te leren. Ik wilde weten hoe je manchetten moet aanzetten, hoe je een kraag moet maken en knopen aan moet zetten. De techniek beheersen dus! Vanaf 2011 ben ik professioneel bezig met ontwerpen, met dure stoffen en patronen.”
Met wat voor projecten houd jij je nu voornamelijk bezig?
“Op dit moment studeer ik en daar focus ik mij op. Sinds september volg ik de opleiding Docent Beeldende Kunst op de Fontys Hogeschool in Tilburg. Ik vind het leuker dan ik had verwacht, maar het is wel pittig. Ik moet veel boeken lezen, kunstwerken maken en onderzoeken doen.
De pandemie heeft zowel positieve als negatieve invloed op mijn dagelijks leven. De online lessen vind ik een positieve verandering. Wanneer ik nu bijvoorbeeld naar Curaçao zou gaan, kan ik daar ook nog gewoon mijn lessen volgen.
Aan de andere kant is het vervelend dat je wordt beperkt in je omgeving, wanneer je iets moet creëren. Nu ben ik bezig met een film, waar ik mijn hele huis al wel voor heb gebruikt. Dan houdt het op, want alles is dicht.”
Hoe kun je dan toch creatief blijven en inspiratie opdoen?
“Inspiratie kan bij mij eigenlijk van alles zijn. Van een spin die op de muur loopt tot een circus. Het verschilt, maar ik haal eigenlijk de meeste inspiratie uit mijn fantasiewereld. Ik heb een fantasiewereld waar ik, als ik mij soms niet lekker voel, naartoe kan gaan.”
Het is een fantasiewereld in mijn hoofd waar altijd heel veel kleuren zijn.
“Van alles wat er in de echte wereld onmogelijk zou zijn is daar wel mogelijk, van cartoons tot mensen met aparte gezichten. Spongebob zit er bijvoorbeeld in, maar ook Disney figuren. Van alles eigenlijk.
Soms kies ik ervoor om daar naartoe te gaan en soms gebeurt dat vanzelf. Vroeger ging ik er veel vaker heen, nu heb ik het minder. Als kind op Curaçao ging het namelijk niet zo goed met mij en ging ik ergens heen om geen pijn te hoeven voelen. Ik creëerde daarin een soort overlevingsmodus. Wanneer ik tegenwoordig bezig ben met mode, ga ik er eigenlijk altijd wel even naartoe.”
Je hebt een sterke connectie met dans, wat we terug te zien in jouw shows. Hoe ziet dat er precies uit?

AIFW 2013
“Bij elke show gebruik ik dans en theater. Dat betekent dat als ik een show geef, het niet een normale show is waarbij modellen heen en terug lopen. Ik stop er altijd een element van dans in.
Wanneer ik bezig ben met het creëren van een show vraag ik een paar dansers, soms vriendinnen van mij en soms een dansschool. Zij krijgen dan een thema van mij met muziek. Vervolgens maken zij er choreografie op en treden ze op tijdens mijn show.”
Waar komt deze sterke verbinding met dans eigenlijk vandaan?
“Ik heb altijd gedanst. Toen ik in 2003 verhuisde naar Nederland, ben ik komen wonen in Steenwijk. Daar ben ik begonnen met Streetdance. Ik heb op een gegeven moment ook Streetdance lessen gegeven en ik heb zelfs aan wedstrijden meegedaan. Een aantal jaren later verhuisde in naar Doetinchem. Sindsdien geef ik Zumba en BBB lessen. Helaas zijn deze lessen zo goed als stopgezet sinds de pandemie, want alle sportscholen waar ik werk zijn gesloten. Af en toe geef ik nog wel online lessen, maar verder ligt het helemaal plat.
Tussendoor heb ik ook een tijdje ballet gedanst. Vroeger volgde ik ballet- en moderne danslessen bij het Amsterdam Dance Centre. Dit deed ik gewoon voor mezelf, ik ging er elke week heen vanuit Doetinchem. Hoewel ik ballet heel erg leuk vond, besefte ik ook dat ik eigenlijk al te oud was voor een carrière in ballet.”
Toch wilde ik destijds meer doen met dansen, dus besloot ik op zoek te gaan naar een passende dansopleiding.
“Na een google search kwam ik terecht bij de 5 O’Clock opleiding aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Deze opleiding heb ik uiteindelijk niet heel lang gevolgd. Na ongeveer 4 maanden ben ik ermee gestopt. De meeste leerlingen daar waren al veel verder dan ik en ik was bovendien al een stukje ouder. Voor mijn gevoel paste ik er niet helemaal tussen.”
In het werk als dansdocent heeft de pandemie dus veel effect gehad. Merk je ook veranderingen in de modewereld door COVID-19?
“Jazeker, je ziet dat er veel verschillende vormen ontstaan. Er worden nu veel meer fashion films gemaakt, online modeshows gehouden en verschillende soorten installaties met presentaties over mode neergezet. Daarnaast is alles nu echt digitaal geworden. Ik vind dat super! Het is een hele nieuwe ontwikkeling.
Nu heb je de kans om dingen gewoon uit te proberen. Het is belangrijk deze tijd te gebruiken om iets wat je misschien ooit wilde doen eindelijk te gaan ondernemen.
Door de Coronacrisis ben ik erachter gekomen dat ik het heel leuk vind om collages te maken. Ik kreeg een paar weken geleden allemaal stapels magazines en modetijdschriften toegestuurd. Ik dacht: dat ga ik gewoon doen! En nu als ik mij mentaal niet zo lekker voel, ga ik collages maken.”
Ik denk dat de Coronapandemie desondanks de ellende, heel veel andere dingen heeft gebracht, die wij als mens even waren vergeten dat we konden.
Als jij de wereld van nu mocht aankleden als een grote collage, hoe zou dit er dan uitzien?
“Ik houd van felle kleuren. Ik vind dat mensen tegenwoordig eigenlijk heel erg gefocust zijn op het negatieve. Alles is grijs, zwart en wit. Ik mis een beetje kleur in het leven van de mens, eigenlijk van iedereen.
Op een of andere manier, bij sommige mensen bewust, bij anderen onbewust, trekt het negatieve ons meer aan dan het positieve. Ik weet niet waar dat vandaan komt en vraag mij ook af hoe wij dat negatieve als sensatie zien. Als iets positief is, dan vinden we het ook wel leuk, maar neemt dat niet de overhand. Dat zie je ook op sociale media en daar hebben we allemaal weer commentaar over.
Ik zet zelf bijvoorbeeld geen negatieve dingen op mijn Instagram, maar juist heel veel kleur. Ik wil dat iedereen denkt: oh dat is David Paulus en iedereen wordt dan vrolijk. Daardoor probeer ik in mijn eigen omgeving de nadruk te leggen op het positieve. En natuurlijk in mijn kleding.”
Ik probeer met mijn kleding en kunstwerken mensen blij te maken.