De vijf voetposities zijn één van de eerste dingen die je leert in een balletles. Zo goed als alle balletbewegingen, zowel voor beginners als gevorderden, worden vanuit deze basis posities uitgevoerd. Trek maar snel je balletschoenen aan, want in dit artikel leggen wij jou de vijf basis voetposities in de klassieke ballettechniek uit.
1e voetpositie:
In de eerste voetpositie staan je voeten plat op de grond met de hielen tegen elkaar.
2e voetpositie:
In de tweede voetpositie staan je voeten plat op de grond. Je voeten staan 1,5 voetlengte uit elkaar met de hakken en tenen op één lijn. Hoe weet je of je de goede afstand tussen de voeten hebt? Als je in de eerste positie staat en je maak een tendu op zij. Nu zet je hak neer en heb je je juiste tweede positie gevonden.
3e voetpositie:
In de derde voetpositie staan je voeten plat op de grond. Je ene voet staat net iets voor de andere. Beide benen zijn in deze positie evenveel uitgedraaid.
4e voetpositie:
Bij deze voetpositie staan je voeten plat op de grond. In deze positie staan de voeten iets uit elkaar. Je vindt deze positie door in de 5e positie te starten en je voorste voet naar voren te schuiven. In de vierde positie staat het gewicht in het midden. Maak de positie niet te groot. Hoe groter je vierde positie is hoe lastiger het is om je uitdraai te houden.
5e voetpositie:
In de vijfde voetpositie staan je voeten plat op de grond met de ene voet volledig voor de andere geschoven. Hierbij zijn beide benen evenveel uitgedraaid. Bij jongere kinderen wordt in de eerste instantie de derde voetpositie gebruikt in plaats van de vijfde voetpositie, omdat jongere kinderen nog te weinig spiercontrole hebben om de vijfde voetpositie te houden.
Bonus: 6e voetpositie
Officieel is de zesde positie geen voetpositie voor klassiek ballet. Toch beginnen vooral jongere kinderen en beginnende dansers met deze positie. Ook in moderne dans en jazz is dit een veel gebruikte positie. Deze voetpositie wordt ook wel parallel genoemd.
